marian boyer

 

 

 

 

                            verhalen

                                        *

 

 

Ze is hem eerder niet opgevallen, in de hoek bij de woonbladen, met haar hoofd verborgen onder een bruine capuchon. Nieuwe gezichten merkt hij gewoonlijk meteen op. Hoe lang staat het meisje al binnen? Hij moet oppassen. Iedereen kan zijn winkel leegroven zonder dat hij het in de gaten heeft. Hij loopt naar de schappen met tijdschriften en schikt de sportbladen. Hij kijkt naar het profiel onder de capuchon en registreert de ondefinieerbare kleur haar, bruinig met wat roze erdoor. Mislukte verfbeurt. Hij heeft het met Lauren vaak meegemaakt. Van een verkeerde kleur werd ze verdrietig, maar nog vaker boos. Ze zei dat vrouwen dat nou altijd hadden. En als hij zei dat paars haar heus wel stond, deed ze er nog een schepje bovenop. Hij genoot ervan om de verpakking met het model erop tevoorschijn te halen en te zeggen dat het daar wel was gelukt, hij genoot ervan als ze hem beledigd in zijn zij prikte. Hij vond het fijn dat ze daarna samen buikpijn kregen van het lachen, en niet van de kanker.

          Het is of het meisje met haar capuchon over haar hoofd op een verdwijntruc oefent. Onder de vaalgroene legerstof is haar huid zo bleek dat de blauwe adertjes zichtbaar zijn. Ze heeft de rechte neus van een beeldhouwwerk, vreemd gekrulde lippen en diepliggende ogen.

          Krap negentien, denkt Ben. Modellenleeftijd.

          Krabachtig bewegen haar knokige vingers over het tijdschrift, wat haar aanwezigheid nogal buitenaards maakt. Het vel ligt strak over haar botten. Jonge hertenhuid. Hij zou het niet moeten doen, op die manier naar zijn klandizie kijken. Hij krijgt veel jonge meisjes over de vloer, hier ligt een grens. Snel loopt Ben terug naar zijn kassa. Naar de scharen, porti en printerinkt. Waar is hij mee bezig? Het kind is negentien. Hooguit.

          Boordman is met zijn zakdoek in de weer, met zijn ten hemel geslagen ogen, met zijn kop thee die hij zoekend naast zich plaatst. Ben helpt een klant aan een rol plakband en sigaretten. Als hij het wisselgeld in de geldla legt kijkt hij op. Ze staat recht voor hem, hij ziet de diepliggende ogen, van een groenig soort bruin, als de bodem van een Italiaans meer waar hij als jongen met zijn voeten in werd vastgezogen.

          Het meisje kijkt naar het schap vlak naast zijn heup, waar de minibars, pakjes kauwgom en dropsoorten in hun gekantelde open dozen liggen. Alsof ze door haar gepakt willen worden, denkt Ben. Hij schaamt zich voor de plotse zijwegen die zijn brein neemt, een op hol geslagen loden kogel in een sexuele flipperkast. Het lukt hem niet te stoppen. Ze is niet ordinair of uitnodigend, eerder schuw. Ze fixeert met haar blik een paar rollen drop. De huid rond haar wangen is spierwit. Ze staart naar het snoep, draait zich om en loopt naar het rek met schrijfwaren. Daar blijft ze staan, in dezelfde buitenaardse houding. Bekijkt pennen, liniaals en viltstiften. Trommelt met haar vingers op een doosje rubbergummen. Ruikt aan een puntenslijper. Waarom, denkt Ben, ruikt iemand nou aan een puntenslijper?

          Er is nu niemand in de kiosk behalve hij en het meisje. En Boordman, natuurlijk. Met zijn thee heeft hij zich achterin de zaak genesteld. Blocnote op de knieën, pen tussen zijn kiezen. Gehaast begint hij te schrijven, pauzeert een moment en schrijft opnieuw. De kale plek op zijn hoofd glanst als de oude man zich weer over zijn blocnote buigt. Het meisje kijkt even naar hem. Haar blik licht op als ze een rood etui van namaakbont ontdekt. Met haar vingers strijkt ze over het nepbont, ze bekijkt het ding van alle kanten, ziet het prijskaartje en legt het weer terug.

          ‘Vandaag zijn ze voor de helft,’ zegt Ben. Hij weet niet waarom, het is eruit voor hij het weet. Boordman kraait van achteren dat het vandaag dan zeker uitverkoop is, en waarom hij daar niks van weet.  

          Ben wil niet aan Lauren denken. Ze heeft hem gezegd dat hij, als alles achter de rug was, een nieuwe vrouw moest zoeken. Wat een schat. Hij heeft na een halfjaar een paar afspraakjes gemaakt, via een datingsite. Stuk voor stuk aardige vrouwen, al waren een paar gehavend uit de strijd gekomen, zoals ze het zelf noemden. Hij voelde Laurens aanwezigheid, ze spoorde hem aan door te zoeken naar een echt leuk iemand. Daar bedoelde ze vast geen kind van negentien mee, denkt Ben. Natuurlijk niet.

                     > fragment Een kleine storm