marian boyer

    > kort

 

 

Overzicht & recensies Een geslaagd leven

 

 

Koks van overzee en Kaarten

‘In de categorie unsung heroes besloten we dat Marian Boyer met haar geweldige series ook maar eens een keer geplugd mag worden. Na haar serie ‘Keukengeheimen’, waarin wekelijks steeds een andere overzeese kok aan het woord komt, is ze nu gestart met de serie ‘Kaarten’. Aan de hand van een postkaart ontspint zich een kort verhaal. Dit is mijn lievelings verhaal. Helaas is er geen archief van de verhalen, dus aanmelden op de nieuwsbrief is gewenst. Dat kan via info@marianboyer.nl . Voor uw wekelijkse leesminuten. ‘Keukengeheimen’ is trouwens vanaf nu te lezen in het cultureel culinaire tijdschrift Bouillon! Vanaf aanstaande herfst verschijnen dus de koks in druk. Hier zijn er nog drie te lezen.’ Hanneke Hendrix, Passionate Bulkboek 1.6.2011

 

Een kleine storm

‘Vier jaar zat er tussen de verschijning van Het Engelentransport en Fantastisch lichaam. Weer vier jaar later is verhalenbundel Een kleine storm een feit. […] Marian Boyer is terug met negen ontregelende en veelal ijzersterke verhalen. Stilistisch gezien ontregelend, want haar proza kan halverwege de zinnen zomaar in poëzie omslaan. Maar ook de gebeurtenissen in de verhalen zijn origineel en bevreemdend.’  Recensieweb, Annemijn Molenaar, juli 2009

 

 

Het engelentransport

‘Meisjes zijn soms wrede krengen. Het engelentransport begint met een moord door twee veertienjarige meisjes op een slungelige jongen. Alles wat daarop volgt, is voortreffelijk en zorgvuldig gedoseerd door Marian Boyer [..]. Vriendschap, verraad en het instinct tot overleven vanuit het perspectief van een puberend kind, een moordenaar dus, maar dat zou je haast vergeten. Dit romandebuut overstijgt de waardering ‘veelbelovend’ in elk opzicht.’ HP|De tijd-Fleur Jurgens.

 

‘Een vreemde, rauwe, ongrijpbare roman, vol gevoelens die slechts gesuggereerd worden, angsten die onderhuids blijven, gesprekken in halve geheimtaal, elliptische beschrijvingen, en bovenal de steeds aanwezige dreiging van geweld. Geen lichte of eenvoudige kost, wel een indrukwekkend portret van een onevenwichtige puber die heen en weer geslingerd wordt tussen kind zijn en volwassenheid.’ Biblion, 2001

 

 

Au

Au! is Boyer’s eerste tekst voor het jeugdtheater en ook dit genre heeft ze in haar vingers. Zonder ook maar een ogenblik te neigen naar kinderachtigheid of juist te diep gravende psychologie.’— Marian Buys, Volkskrant 6.2.1996. 

 

‘Er wordt alles uit de kast getrokken om een thriller neer te zetten waar je achteraf nog heel lang (ook met je kinderen) over kunt praten. […] Marian Boyer heeft een gave tekst geschreven.’ Loek Zonneveld, Groene Amsterdammer januari ‘96

 

 

 

     > lang

 

 

Fantastisch lichaam

‘De tekst op de achterflap van Fantastisch lichaam begint met een statement over de hedendaagse obsessie voor plastische chirurgie. Dat is een beetje vreemd, want in Marian Boyers nieuwe roman draait alles om een vrouw met borstkanker. Zou de uitgever soms bang zijn geweest dat zo'n zwaar onderwerp potentiële lezers afstoot? Nergens voor nodig, want wat je misschien zou verwachten, is uitgebleven: de schrijfster is nergens sentimenteel of deprimerend.

 

Hoofdpersoon Erica is het type dappere vrouw. Ze raakte bij een operatie haar linkerborst kwijt en is zes weken later al weer op de been. Al raadt de keuringsarts haar aan nog een paar weken thuis te blijven, Erica heeft er genoeg  van. Bovendien heeft ze in haar tante Leonie een afschrikwekkend voorbeeld van hoe het niet moet: die zit na haar ziekte als een klagerige oude taart de hele dag binnen en zeurt haar bezoek de oren van het hoofd over eczeem, zweetaanvallen en hartkloppingen. Erica besluit dat de eindejaarsborrel van haar bedrijf haar 'coming out' als geamputeerde zal zijn.

 

Collega Bender, ongelukkig op zijn werk, verschuilt zich op het toilet. Hij heeft het gevoel alsof hij moet 'vluchten of kotsen', maar geen van beide is op dat moment mogelijk. Als Erica binnenkomt, slaat er op nogal wonderlijke manier een vonk over. Ze bedrijven haastig de liefde, en maken daarna ruzie. Erica gooit haar hooggehakte schoen naar zijn hoofd. Exit Bender. Maar ze blijven aan elkaar denken, ook als de nacht nog meer bizarre gebeurtenissen in  petto blijkt te hebben.

 

Marian Boyer heeft een achtergrond als schrijfster voor het toneel, en dat is goed te merken. Ze is sterk in dialogen, ook als de situatie waarin de personages zich bevinden, enigszins onrealistisch is. Bovendien weet ze, zonder ook maar één cliché te gebruiken, inzichtelijk te maken wat het effect kan zijn van kanker op iemands leven. Hoe de rest van de wereld opeens totaal oninteressant is, bijvoorbeeld, of dat je een vriendin die zeurt over problemen met mannen wel een rotklap zou willen verkopen. Maar ook de angst voor liefde en, tegelijkertijd, de angst om nooit meer lief te hebben.

 

Wat dat betreft is Fantastisch lichaam overigens evenzeer een roman over relaties in onze maatschappij. Bender lijkt nogal in de war over zijn 'manzijn', Erica leeft tussen hoop en vrees. Tegelijkertijd hebben ze te maken met stokende collega's, een machtswellustige baas en vrienden die niet altijd even begripvol zijn. Hoe komen in zulke omstandigheden twee mensen bij elkaar en, belangrijker nog, hoe zorgen ze ervoor dat ze elkaar niet verliezen? Ook die kwestie raakt de schrijfster op behoedzame wijze aan.

 

Voor wie het nog weet: Marian Boyer debuteerde vier jaar geleden met haar roman Het engelentransport, een harde, soms zelfs shockerende roman over een stoer veertienjarig meisje dat een jongen vermoord. Het moet gezegd: die eersteling was wat levendiger dan de opvolger. Boyer lijkt afstandelijker te zijn geworden, ze schrijft minder coherent en geeft de lezer veel ruimte voor interpretatie. Tegelijkertijd is er meer optimisme; de dingen kunnen nu ook ten goede keren. Fantastisch lichaam grijpt je niet direct bij de lurven, maar blijkt daarna een onverwacht geestige en gevoelige roman te zijn.’ SP!TS—Marieke Kremer.

 

 

Commentaar op onoprechtheid.

De menselijke omgang hangt van afspraken aan elkaar. Willen we dat alles goed gaat, van een leien dakje en al wat dies meer zij, dan hebben we ons aan bepaalde wetten te houden, wetten van beleefdheid bijvoorbeeld, dan hebben we bepaalde formules voor gevoelens op hun waarde te schatten. Begrijpen we die wetten niet, of willen we ze niet begrijpen, dan heten we al snel bot, of wereldvreemd. Voor Erica Staats, net aan haar borsten geopereerd vanwege borstkanker, en de eerste keer sinds haar operatie zes weken geleden weer onder collega’s op het kerstpersoneelsfeest in Restaurant-annex-partycentrum Nippon Sun – voor de gelegenheid op z’n Wild West aangekleed – ís de wereld vreemd. Dat is-tie al voordat de ingehuurde prostituees verschijnen, onverwachte lust-, en zelfs liefdesgevoelens voor Bender, haar verlegen collega, hun opwachting maken en een andere collega poging tot zelfmoord doet. Erica vlucht. Geen wonder.

 

‘Erica keek naar Bender. Ze dacht aan hoe hij haar “konijn” had genoemd. Dit was natuurlijk een belachelijke naam. Ze bekeek de handelingen van de broeders. Ooglid tillen, hals voelen, pols vrijmaken. Ze probeerde de scheut in haar borst te negeren. Ze wist het. Ze zou met Arlette meegaan in de ambulance. Iemand moest het doen. Tegelijk zou ze zichzelf ermee van hem weg redden. Twee vliegen in één klap. Drie, als je een bezoekje aan haar oude afdeling meerekende.’ (p. 87)

 

Met ontregelende dialoogjes, idiote gedachtegangen en een bizar plot weet Marian Boyer een volstrekt natuurlijke omgeving te scheppen voor de personages. Erica, de verlegen Bender, de wat het meisje én de zaak betreft zeer competitieve general manager Sieben Post, de glasverbrijzelende en suïcidale Arlette en prostituee/schoenverkoopster/actrice-in-spe Foeke zijn elk op hun eigen wijze even wereldvreemd als begrijpelijk, en aan goede wil ontbreekt het niet. Het zijn eigenlijk vooral echte mensen, al is het vanuit een bepaald perspectief, en met af en toe wat moeite om zich aan te passen. Want zodra maar één gewoontewet overtreden wordt, loopt de boel al uit de hand. Zeker als het om de dingen gaat die er echt toe doen: liefde, ziekte, dood. Dat laatste, daar gaat het de auteur vooral om in Fantastisch lichaam, getuige de titel die naast de bizarre gang van zaken ook het fysieke benadrukt, en getuige het eerste hoofdstuk. Dat bevat een indringend verslag van een borstamputatie.

 

‘De borstklier is een beetje gelig van kleur, het is vettig weefsel. Omdat zo veel mogelijk huid heel wordt gelaten heeft de chirurg maar een nauwe tunnel tot zijn beschikking. Daarin moet hij het werk doen. Steeds wordt er door de assistent aan de haakjes getrokken, door de chirurg aan de borstklier. Zo gaat het helemaal rondom, tot op de borstwand. Dat is het einde van de borst. Ook het spieromhulsel wordt meegenomen. Alle zenuwen worden hierbij doorgesneden, gevoel heeft de borst voortaan niet meer. Voor liefkozingen bijvoorbeeld.’ (pp. 11-12)

 

De toon is gezet, een donkere toon, waarbij de vervolgens licht neergezette wederwaardigheden van Erica alleen maar scherp kunnen afsteken. Het ongemak dat Erica voelt, wordt daardoor bijna tastbaar gemaakt. Fantastisch lichaam is een zeer geslaagd commentaar op onoprechtheid, of een ode aan eerlijkheid – wat u wilt -, licht en luchtig en doodzwaar, als het leven zelf.’ Recensieweb, Daan Stoffelsen, 23 mei 2005

 

 

Broeiende emoties en mooi spel in Het omarmen van een paard.

Aan de achterzijde drie, iets uit elkaar geschoven, zwarte gordijnen met aldus twee mogelijkheden voor opkomst en afgaan. Op de vloer een rechthoekig, met aluminium tegels bekleed plankier, dat in delen verschuifbaar is. Zo simpel is de vormgeving van Het omarmen van een paard, een avondvullend stuk van Marian Boyer. Al even simpel lijkt aanvankelijk de speelstijl. Vier personages richten zich in lange monologen tot het publiek en in korte dialogen tot elkaar. Wie zij zijn en wat hun onderlinge relatie is, wordt pas na verloop van tijd een beetje duidelijk. Maar dan is ook vrijwel ongemerkt de toon veranderd. Onder de oppervlakte broeiende emoties kunnen steeds moeilijker onderdrukt worden en leiden tot plotselinge bitsheid of een soms opeens geschreeuwde uithaal, die weer snel wordt ingeslikt. De spanning stijgt.

 

In het stuk gaat het om vier ontwortelde mensen die tot elkaar veroordeeld zijn in een verlaten bergdorp: een vrouw die er als onderduikkind kwam, de indertijd door een Duitse soldaat verwekte zoon van haar overleden pleegzus, een broer en zuster die beiden gedesillusioneerd naar de boerderij van hun ouders zijn teruggekeerd. Trauma's uit het verleden leiden onafwendbaar naar een tragische climax. Vorig seizoen schreef Marian Boyer samen met Pamela Koevoets Gebied. Het bereikte een klein maar enthousiast publiek en was voor de Arnhemse theaterwerkplaats InDependance aanleiding voor een nieuwe schrijfopdracht. Terecht. Marian Boyer heeft een mooi breekbare schrijfstijl, waarin ze geraffineerd poëtische volzinnen afwisselt met naar communicatieproblemen verwijzende, afgebroken en onafgemaakte zinnetjes. Vanwege een noodzakelijk changement is er een pauze ingelast. Dat vind ik jammer. De door Boyer, ook als regisseuse, goed opgebouwde spanning verdraagt geen pauze. Van de spelers is José Kuijpers als het voormalige onderduikkind de uitblinkster: de in haar geest sluimerende gekte weet ze treffend te raken door razendsnel, van de ene op de andere seconde, over te schakelen van op het oog normaal gedrag naar het onduidelijke gebrabbel van een gedrogeerde, naar een plotsklapse woede-uitval en omgekeerd. Een topper.’ 

De Volkskrant—Hanny Alkema

 

 

                         recensies