marian boyer

      Ja, nee, misschien

      of toch niet 

           

Iedereen ging skiën en ik bleef in het huis, soep en stoofpot koken.  Ik nam het boek dat ik aan het lezen was en zat buiten in de zon op een stoel, en om de zoveel tijd ging ik naar binnen om te zien of het goed ging met het eten. Het ging altijd goed want ik roerde vaak in de pannen, het waren elektrische kookplaten en ik moest opletten, de hitte kwam hard of zacht, nooit matig, en ik wilde dat er een warmhoudplaatje was zoals ik dat thuis had. Later vergat ik het warmhoudplaatje, ik raakte gehecht aan het opstaan en het roeren in de pannen, dat ik afwisselde met het lezen. Af en toe keek ik naar de bergen om te zien of Kogelman voorbij kwam en soms was dat zo. Dan stond hij stil, juist op het moment dat ik naar de berg keek, en dan zwaaiden we naar elkaar, Kogelman met een skistok en ik met een wijde zwaai vanaf het balkon, zoals je op een boot zwaait naar iemand op de kade. Maar het huis stond stil en de man op de berg ook en ik in het huis net zo. Het is een goed soort zwaaien. Geen welkom, geen afscheid.

 

 

 

> reageer

< vorige > volgende

> inschrijven mailinglist

 

 

 

© marian boyer

de teksten op deze site mogen niet zonder toestemming worden gekopieerd

                                                   

                                               

Share |