marian boyer

      Ja, nee, misschien

      of toch niet 

           

De penicilline was ik zat. Ik dacht dat ik doodging of juist heel lang zou leven, ik was afwisselend hypochonder en helderziende, allebei wisten we dat het snel gedaan zou zijn (mijn leven). Ik viel af zoals alleen oude vrouwen afvallen, dat wil zeggen overal behalve in mijn taille, net als alle oude vrouwen zou ik geen ceintuur meer nodig hebben. Ik ben bang voor oude vrouwen. Ik dacht: ik moet van ze gaan houden, dat is beter. Het lukte niet, zoals dat gaat met elke gedwongen liefde. Liever wilde ik naar een chirurg die mijn taille terug kon beitelen. Die penicilline maakte me echt daas, schrijven ho maar, nou ja, ik werd een beetje kierewiet.

 

Ik ging naar de Bijenkorf. Daar ga ik heen als ik me rot voel of heel goed, dit keer voelde ik me heel rot. In de Bijenkorf hebben ze het soort toverstof waardoor de werkelijkheid verdwijnt, precies wat ik nodig had. Ik zweefde naar een rokje van okergele wol. In de paskamer sprong het oudevrouwen-alarm op rood, de rits wilde niet dicht. In het rek hing nog één maat, de maat voor het dikste meisje van de klas dus niks voor mij. Volgende week, zei de verkoopster, krijgen we nieuwe voorraad, kom dan terug. Ik wist dat ik zou gaan, ik wist alleen niet in welke staat, kierewiet of broodjenuchter. Opnieuw begon ik te malen, ik moest maar eens een koffie gaan drinken.

 

In het café beneden nam ik koffie en een stuk taart. Verderop zat een jongere vrouw te praten tegen een oudere vrouw. Ik hoorde net genoeg om te weten dat de jonge vrouw het over haar gezondheid had. Iets met nieren en ingewanden en de spanning die uitstraalde naar haar rug, haar nek, naar al haar spieren. Ik krijg mijn arm niet hoger dan dit, zei ze, en ze tilde hem tot schouderhoogte. De oude vrouw knikte. De jonge vrouw droeg geen make-up, ze was mooi, toch vond ik haar lelijk, ik dacht:: dat komt door die lijdzaamheid. Ik wilde haar meenemen naar de zones met de toverstof, rokjes passen en naar de afdeling make-up, rooie lippen laten maken en van die blosjes op haar wangen. De vrouw keek alsof niets zou helpen, en dat ergerde me enorm. Ik stond op en liep terug de toverzone in.

 

 

> reageer

< vorige  > volgende

> inschrijven mailinglist

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© marian boyer

de teksten op deze site mogen niet zonder toestemming worden gekopieerd

                                                   

                                               

Share |